Henri Desgrange was, zoals echte wielerkoers ook moet zijn, hard, meedogenloos, groot, populair, niet gemakkelijk, vol passie.
Hij was een man met hersenen en met spieren. Deze notarisklerk had vanaf 1891 een grenzeloze liefde voor snoerharde competie met de pedalen en hij kon er ook zeer boeiend over schrijven.
Hij probeerde het zelf ook eerst als sprinter, daarna als fondrijder
op de Buffalo wielerbaan. Hij reed meerdere keren tegen de snelle yankee Arthur August Zimmermann.
Op 11 mei 1893, op een 25 kg zware zwarte fiets op luchtbanden, met een verzet van 44 X 20 (4m70), vestigde hij officieel het werelduurrecord zonder gangmaking met een afstand van 35,325 km/u. Nooit was een wielrenner voordien dieper gegaan in de inspanning. In 1895 verscheen zijn boek 'La Tête et les Jambes', origineel voorgesteld als een reeks brieven aan jonge wielrenners die alles willen weten over hun sport. Het was een bestseller die Henri Desgrange grote faam bezorgde. Weldra werd hij Directeur van de velodroom Parc Des Princes te Parijs en van de krant L'AUTO. Maar het is vooral als vader van de Tour de France dat deze man onsterfelijk werd.