Krijg u ook koude rillingen telkens als een afgetraind rennerslijf over het rauwe asfalt schraapt? Dan heeft u de voorbije weken al dikwijls moeten wegkijken, want er is nogal wat gevallen in wielerland. VRT-wielercommentator Michel Wuyts verklaart de vele ongelukken.

De oorzaken van valpartijen

- fout rennersgedrag
- hyperspecialisatie van renners
- plots wisselende omstandigheden
- onervaren volk op de verkeerde plaats

In de Scheldeprijs was het weer van dattum: renners vielen dat het een lieve lust is. Valpartijen zijn van alle tijden, maar de laatste tijd liggen er wel heel veel renners op de grond.

Michel Wuyts heeft, tot zijn afgrijzen, al heel wat leed te zien gekregen. "Maar je mag niet alle valpartijen over dezelfde kam scheren", zegt de wielercommentator van de VRT.

"In de Scheldeprijs gisteren moet je de oorzaak zoeken in de wisselende weersomstandigheden. Plots ontstond een hevige bui, zeer lokaal van karakter. Een mengsel van opgehoopt stof, water en verf van belettering leidde tot zeepsop en valpartijen."

Wuyts ziet wel tendenzen: "De laatste vijftien/twintig jaar is er sprake van specialisatie: steeds meer renners zijn geschikt voor het voorjaarswerk op kasseien. Had je vroeger 30/40 man in de finale, dan heb je er nu 60/70."

"De lichamen zijn altijd maar beter afgetraind, waardoor je in de finale meer volk hebt dat zijn plaats wil afdwingen."

Waar gebeuren de meeste ongelukken? Wuyts: "Waar een brede weg plots overgaat naar een smallere. Iedereen wil vooraan zitten, alle middelen zijn goed."

"Renners duiken in alle mogelijke gaten die voordeel kunnen opleveren. De risico's zitten ingebakken in de aard van de renners."

"Kijk maar naar de Tour de France. Daar had je vroeger twee of drie treintjes die de groep op een lint trokken. Nu heb je zeven of acht treinen die de laatste vijftien kilometer willen aansnijden."

"Er is te veel volk op dezelfde plaats. Daardoor ontstaan aanrakingen en valpartijen."

Je hebt kamikazerenners in het peloton, maar ook de meer bezadigde jongens. Wuyts ziet een evolutie. "Risico's nemen vermindert met ouder worden", zegt hij.

"Een sprinter van 22 of 23 jaar zoals een Marcel Kittel, die een zeer propere reputatie heeft trouwens, is niet bang om de sprint aan te gaan."

"Een renner van 34 jaar zal dan weer eens nadenken, zeker als hij al eens ferm tegen de grond gegaan is. Die angst is natuurlijk nefast voor een sprinter."

Daarmee komen we naadloos bij de volgende oorzaak voor het stijgende aantal tuimelpertes: de onervarenheid in een deel van het peloton.

Wuyts: "In de wedstrijden onder de WorldTour komen ploegen aan de start die hun deel van de koek willen."

"Zij beschikken in de Scheldeprijs ook over een aantal mannetjes dat kan overleven en plots denkt "Woow, dit wordt mijn dag."

"Meestal zijn dat onervaren renners die de wetmatigheden van het grote profpeloton nog niet goed kennen en - zoals de grote tenoren dat letterlijk zeggen - in de weg rijden."

Moeilijke vraag: kunnen organisatoren iets doen om de risico's in te dijken?

Wuyts: "Je kunt valpartijen moeilijk vermijden. Je kunt nog meer hekken zetten, zodat het peloton op een afgebakende weg moet rijden, maar je kunt renners moeilijk vragen om trager te rijden."

Blijkt ook zoiets te bestaan als kicken op de gevolgen van een ferme tuimeling. "Je hebt renners die wat prat gaan op hun gebroken botten", zegt Michel Wuyts. "Dan zit je met hen op de commentatorsstoel en laten ze graag hun elleboog zien die de sporen draagt van een haast fatale val."

"Ze gaan er snel en bijna achteloos over. De redenering is "Dit hoort bij ons métier". "Dit is een relikwie waar voor de eeuwigheid de fierheid van ons beroep mee kunnen uitstralen"."


sporza.be



Misschien ook interessant: