Zoon van een mijnwerker. Dit verklaart zijn geboorteplaats in de Borinage. Hij werd lang als maar een koereurke beschouwd, doch aan zijn jongere broer en klasbak Gustaaf trok hij zich op, en met de steun van manager Fons Versnick kwam hij in grote ploegen en in grote koersen.
Daar ontgoochelde hij zelden en hij werd een renner van internationaal formaat. Op de warmste dag van de Tour 1933, daalde hij in een kelder van een café af, op zoek naar frisse flessen. Opeens sloeg de deur dicht en de renner was gevangen als een rat in een val. Toen het lawaai van de koers voorbij was, werd zijn hulpgeroep eindelijk gehoord. Fons moest met vele minuten achterstand de rit uitrijden. Hij had plannen om zich te herscholen als stayer, en nam reeds het materiaal van Georges Ronsse over. Maar de oorlog maakte dat niet mogelijk. Bron: CPL 44 Wilfried Journée